Samenvatting wetenschappelijk onderzoek SCAD patiënten

In 2019 is er vanuit het Radboudumc in samenwerking met Tilburg University wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het voorkomen van psychologische en klinische factoren bij patiënten met een spontane dissectie van de kransslagader (SCAD). Deze resultaten zijn vervolgens vergeleken met een traditioneel, atherosclerose (aderverkalking)-gerelateerd acuut coronair syndroom (ACS). Het onderzoek is gefinancierd dankzij het Radboudumc Hart Voor Vrouwen onderzoeksfonds. In totaal hebben 183 mensen met een SCAD-diagnose toestemming gegeven om mee te doen aan het onderzoek. Deze patiënten zijn in behandeling (geweest) bij cardioloog prof. Angela Maas of zij hadden zichzelf aangemeld via internet. Vanwege het lage aantal mannelijke patiënten met SCAD in de steekproef (6%) richtten de hoofdanalyses zich alleen op de 172 vrouwelijke patiënten met SCAD. De ACS-vergelijkingsgroep bestond uit 76 vrouwelijke patiënten van het Radboudumc.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat migraine (52%) en fibromusculaire dysplasie (FMD) (29%), een afwijking in de spierlaag van de wand van bepaalde bloedvaten waardoor vernauwingen, verwijdingen of scheuren kunnen ontstaan, vaak voorkomen bij patiënten met SCAD. Traditionele cardiovasculaire risicofactoren zoals diabetes, roken en hoog cholesterol komen minder vaak voor bij deze patiëntengroep. Hoge bloeddruk (hypertensie) is de enige traditionele cardiovasculaire risicofactor die bij een groot deel (31%) van de patiënten aanwezig is. Een opvallende bevinding is dat chronische pijn (29%) en tinnitus (oorsuizen) (28%) vaak voorkomen bij patiënten met SCAD. Op het gebied van psychologische factoren blijkt dat ervaren stress (50%), vermoeidheid (56%) en een burn-out (in het verleden) (25%) ook vaak voorkomen, terwijl de aanwezigheid van depressieve klachten (9%) en angst (12%) relatief laag is bij patiënten die een SCAD hebben doorgemaakt.
Verder is uit het onderzoek gebleken dat 56% van de vrouwelijke SCAD-patiënten een emotionele “trigger” ervaarde in de dag voorafgaand aan het event, gedefinieerd als: zich ergens druk of boos over hebben gemaakt, erg gespannen zijn geweest, gepiekerd hebben en/of hevige emotionele stress hebben ervaren. Deze aantallen zijn hoger dan bij vrouwelijke patiënten van dezelfde leeftijd met een traditioneel, atherosclerose-gerelateerd ACS. Extreme of ongebruikelijke lichamelijke inspanning was verricht door 18% van de vrouwelijke SCAD-patiënten. Het hebben van een stressgevoelige, vaak perfectionistische of neurotische persoonlijkheid of het meemaken van een ingrijpende levensgebeurtenis in het jaar voorafgaand aan SCAD hangt samen met een door emotie uitgelokte SCAD.
Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat risicofactoren voor SCAD anders zijn dan voor traditionele, atherosclerose-gerelateerde ACS. Aandoeningen als FMD, migraine, tinnitus en chronische pijn gaan vaak samen met SCAD. De onbekendheid met SCAD, het leren omgaan met de aandoening, het willen blijven uitvoeren van dagelijkse bezigheden, en het gebrek aan informatie door de behandelend arts zouden van invloed kunnen zijn op het ervaren stressniveau en vermoeidheid van deze patiënten. Voorlichting voor zorgprofessionals en patiënten over voorspellende factoren en gevolgen van SCAD zou daarom meegenomen moeten worden bij de ontwikkeling van preventieve- en revalidatieprogramma’s.